Biertje van de week
Herr Hopfner over het Biertje van de Week
Ze vragen me wel eens: "Hoe kies jij nou zo’n biertje van de week, Hopfner?"
Dan knik ik. En zeg ik even niets.
Want goed bier — daar praat je niet over. Dat proef je. Dat voel je.
Ik begin meestal vroeg. Voordat de zon goed en wel op is.
De kelder is dan stil, koel, en eerlijk. Daar staan ze: de flessen, de blikken, de bocken en de blondjes. In het schemerlicht zie ik meteen wat klopt. Sommige bieren schreeuwen. Anderen wachten gewoon — geduldig, maar vol belofte.
Ik trek er eentje. Ruik. Kijk. Laat ’m schuimen. En dan neem ik een slok. Geen oordeel, alleen aandacht.
Is het bitter met ballen?
Zacht als stro?
Doordrinkbaar, of eentje om bij stil te vallen?
Het biertje van de week is geen modegril. Het is een ontmoeting. Een bier dat past bij de week. Bij het weer, de wind, het werk dat je moet doen — of juist niet moet doen.
Soms is het een stevige jongen. Soms een lichtvoetige verrassing.
Maar altijd is het bier met karakter. Geen slappe hap. Geen eenheidsworst.
Een Hopfner-keuze.
Dus als je deze week je glas optilt — weet dan: ik heb ’m zelf geproefd.
Met twee voeten op de vloer. En één hand om het vat.
Proost,
Herr Hopfner